Met de musical Scrooge: A Christmas Carol maakt Stephen Donnelly een zoveelste versie van het bekende kerstverhaal. Hij mikt hoog, maar verliest de balans uit het oog en valt ongenadig diep.
Sinds het succes van Charles Dickens’ novelle A Christmas Carol (1843) is de lugubere kerstparabel ontelbare keren herverteld. Met Scrooge: A Christmas Carol doet regisseur Stephen Donnelly een gooi naar het populaire verhaal. Ebenezer Scrooge, een zakenman op leeftijd en dé personificatie van hebzucht, krijgt zeven winters na de dood van zijn compagnon Jacob Marley op kerstavond bezoek van diens zielegeest. De fantoom, aanzienlijk getekend en geketend door het handelsleven, komt de vrek waarschuwen voor de afgrond waarop hij afstevent als hij zijn huidige levenswandel voortzet. Marley jaagt de eerder rationele Scrooge de stuipen op lijf en preekt onheilspellend hoe het hem zal vergaan in het hiernamaals. Scrooge moet vlug, diezelfde nacht nog, zijn menselijkheid herzien.
Wanneer later die kerstnacht drie magische geesten – Christmas Past, Present en Yet To Come – hun intrede doen, confronteren ze Scrooge met zijn verleden in de hoop dat hij zijn heden en toekomst zal veranderen. De drie willen a change of heart in de oude man loswekken. Scrooge: A Christmas Carol doet dat allemaal en nog veel meer, veel te veel meer.
Lost in adaptation
Je reinste kerstparabel, zoals ome Charles het voor ogen had, is Scrooge niet helemaal geworden. De streamingscentjes van Netflix nemen bombastische vrijheden in de adaptatie van Dickens’ novelle. Zo maken we voor het eerst kennis met een trouwe viervoeter die de grompot vergezelt en hebben de niet weg te denken kerstgeesten een lollypop make-over gekregen. Wanneer het zingen begint, maakt het adaptatie-dilemma geforceerd zijn intrede. Een fabelachtig verhaal besprenkelen met muzikale intermezzi: daar wist uitsluitend ene Tim Burton in te slagen. Deze musical gaat eerder voor een Frozen dan een A nightmare before Christmas, eerder voor een Spiderman: into the Spiderverse, dan een Shrek. Invloeden die legitiem hadden kunnen zijn mits ze organisch zouden doorschemeren.
De vormgeving van Scrooge voelt ongeïnspireerd aan, alsof die door een Sims kerstfilter is gehaald.
Trillende stembanden vallen nu eenmaal niet goed te animeren. De impact van de uithalen ontbreekt en het geheel doet daardoor playbackerig aan. Niet de muziek, maar de impressionistische, geschilderde decors lijken te primeren. Ongelofelijke digitale decors vliegen je om de oren, maar overschaduwen jammer genoeg het zingen. Regisseur Donnelly ruilt de gotische atmosfeer, die je bij een Victoriaans Londen zou verwachten, in voor magische droomlandschappen. Ook de aankleding van de meer gegronde en huiselijke momenten voelt vrij ongeïnspireerd aan. Alsof de vormgeving door een Sims kerstfilter is gehaald.
Geanimeerde aristocraat
Luke Evans, die Scrooge incarneert, draagt zijn steentje bij aan het Britse cultuurfenomeen. De acteur, bekend van de Dracula-franchise vervoegt het rijtje van onder meer Alastair Sim, Jim Carrey en Ryan Reynolds, die eerder Scrooges rol speelden. Zijn vertolking staat haaks op die van Carrey in de laatste animatie-adaptatie van het kerstverhaal. Evans’ Scrooge draagt een keurige afgestofte mantel, kuiert met gerechte rug de mainstreet af en beziet de festiviteiten met een braaf afkeurend gelaat. Carrey’s Old Man Scrooge drentelt daarentegen met kromme rug en naar omlaag vergroeide mondhoeken door de gure straten. Evans dictie is verzorgd, luid en duidelijk, terwijl Carrey’s Scrooge binnensmond, met een grillige tong, zijn vreugdevolle omgeving met allerlei old timey scheldwoorden bezweert.
Carrey zag er als Scrooge uit, Evans verzorgt slechts de stem van een stoïcijns geanimeerde Scrooge. Als Evans zeurt dan blafte Carrey. Evans is aristocratisch geaffecteerd. Carrey walgde als een ware kapitalist in crisistijd. Daardoor zit er simpelweg minder bijt in Evans vertolking. Zijn Scrooge is milder, bedeesder, haast stijlvoller. Je kan hem uit de film wegdenken zonder hem te echt missen. De focus lijkt immers niet te liggen op Scrooge zelf, maar eerder op het muzikale en kleurrijke geheel waarin hij fungeert.
Fabelachtig
Blink it and you miss it, maar tussen de kerstballen en glinsterende slingers piepen enkele tulbanden verwikkeld rond de hoofden van een handjevol Indisch plebs. Uiteraard moeten er punten gescoord worden op diversiteit. Een zijnoot tijdens conceptie van dit staaltje kindervermaak moest zijn geweest: Aziatische en Afrikaanse vertegenwoordiging. Op die manier krijgt het koloniale verleden van Engeland een plek in de culturele canon. Gelukkig. Eindelijk. Eind goed al goed.
Screentime geven aan koloniale nakomelingen, die zich zonder scheve blik vermengen tussen de witte medemens, is een keuze. Een keuze in de lijn van representatie? Vast wel. Een keuze in de lijn van de bedoelde gefictionaliseerde tijdgeest van 1897? Alles behalve. Subtiel en sluw presenteert Donnelly een Sikh hier, een zwarte loopjongen daar, een Chinese oude dame die in koor met een witte vrouw kerstliederen afkeelt. Hij kleur een fabelachtig, reeds gefictionaliseerd verhaal in en pretendeert zo een realistische kijk te bieden op het Britse verleden. Scrooge is daardoor een staaltje (goedbedoelde) diversiteit die de oplettende kijker met een bittere, commerciële en vrij goedkope nasmaak achterlaat.
Zeemzoete drek
Onze collectieve kennis van het alom bekende kerstverhaal verraadt het plot en ons verwachtingspatroon van een musical verraadt de momenten waarop het zingen begint. Je ziet ze van ver aankomen, waardoor de hele anatomie van deze adaptatie bloot komt te liggen. Voor zij die bekend zijn met het verhaal blijft er weinig substantieels over.
Donnelly streeft de ware visie van het verhaal mijlenver voorbij en overcompenseert mateloos.
Donnelly’s remake voelt bovendien sterk aan als een reactie op A Christmas Carol, Disney’s versie uit 2009, die geprezen werd om zijn innovatieve aanpak. Die film pretendeerde dat de mogelijkheden van computeranimatie de makers in staat zouden stellen Dickens ware visie te verwezenlijken. Scrooge streeft daarentegen die ware visie mijlenver voorbij en overcompenseert mateloos. Wat er verloren gaat is de juiste balans tussen het grafische, het narratieve en het muzikale. En wat uiteindelijk overschiet is een zeemzoete drek aan kleuren met ingecalculeerde kinderlijke en inclusieve bedoelingen.
'Scrooge: A Christmas Carol' kun je bekijken op Netflix.
In hogere kerstsferen? Maak iemand blij met een cadeau-abonnement. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.