Een tijdloze trilogie over opgroeien en afscheid nemen
- Omar Larabi
- 17 jun
- 2 minuten om te lezen
Zelden werd volwassen worden zo zintuiglijk in beeld gebracht als in de Apu-trilogie van Satyajit Ray. In drie poĆ«tische zwart-witfilms zien we hoe een Indiase jongen de wereld leert begrijpen ā en gaandeweg leert wat hij heeft verloren.

De beroemde Apu-trilogie (Pather Panchali, Aparajito en Apur Sansar) van Satyajit Ray ā gebaseerd op de boeken van Bibhutibhushan Bandopadhyay ā is het schoolvoorbeeld van een visuele bildungsroman. Het in subliem zwart-wit gefilmde drieluik, dat ook fungeert als een metafoor voor India als land in ontwikkeling, draait om de belevenissen van de jonge Apu die aan het begin van de twintigste eeuw opgroeit op het armoedige Indiase platteland.
De drie films draaien in zekere zin om zien, leren en gezien worden.
In de eerste twintig minuten van Pather Panchali moet de hoofdpersoon (Apu wordt gespeeld door verschillende acteurs) nog geboren worden en zien we de wereld waarin hij terecht zal komen. Zijn toekomstige moeder is een harde werker, zijn vader een flegmatische priester en zijn zusje een deugniet. Het gezin heeft het zwaar maar het zal nog jaren duren voordat dit tot Apu doordringt: de openingsfilm draait om jeugdige onbevangenheid. Zo weerklinken speelse melodieĆ«n van componist Ravi Shankar ā die de drie films voorzag van een memorabele soundtrack ā onder een shot van deinende waterlelies die ogen als onverdorven tekens van leven.
Onbeschreven blad
In Pather Panchali is Apu een nog onbeschreven blad; hij bestudeert zijn ouders en vraagt zich onbewust af wie hij zal worden. Dat verandert geleidelijk in Aparajito, waarin Apuās gezin verhuist naar de heilige stad Varanasi. Wanneer Apuās vader overlijdt, verhuist zijn moeder terug naar het platteland. Apu, die een carriĆØre ambieert als schrijver, gaat les volgen in Calcutta. Een leraar ontdekt Apuās academische bekwaamheid en geeft hem een stapel boeken over natuurverschijnselen, ontdekkingsreizigers en uitvinders. Wanneer de jongeling zijn moeder opzoekt, mag hij de wereld aan haar uitleggen en bovenal: vertellen wat hij heeft gezien in zijn nieuwe woonplaats.
De rollen zijn omgedraaid. Dat illustreert Ray al eerder in de film in een prachtige scĆØne waarin Apuās vader op zijn sterfbed ligt. De als objectief voorgespiegelde camerahoek blijkt even later Apuās perspectief, die zijn vader machteloos aanstaart. Waarmee Ray subtiel benadrukt dat we langzaam maar zeker de wereld steeds meer door Apuās ogen zijn gaan zien. In een andere scĆØne krijgen āzienā en āgezien wordenā een andere lading: op een gegeven moment ziet Apu zijn moeder nauwelijks meer. Uit het oog, uit het hart, resulteert in Aparajito in de vroegtijdige dood van moederlief.
Verlangen naar naĆÆveteit
In het derde deel, Apur Sansar, staat Apu, intussen een onmiskenbaar schrijftalent, er alleen voor maar ligt de wereld aan zijn voeten. Shankars melodieƫn klinken volwassener en onderschrijven deze gewaarwording. Wanneer Apu, nu 23, tijdens het scheren naar zichzelf kijkt in een spiegel, lijkt deze confrontatie echter een omineus voorteken. Hoe meer kennis hij vergaart, hoe meer hij lijkt terug te verlangen naar de jeugdige onbevangenheid die hij heeft verloren. Dat is misschien wel de bitterzoete paradox uit de Apu-trilogie: zodra we alles hebben gezien, verlangen we terug naar het prille begin toen we nog onwetend waren.
Deze recensie verscheen oorspronkelijk in ons coming of age-nummer.