top of page

HUMBUG #4 | Worden we nooit te oud voor coming of age-films?

Bijgewerkt op: 27 okt. 2023

Coming of age-films gaan meer dan elk ander filmgenre over het leven, en de wereld waarin die levens zich afspelen. In ons vierde nummer, dat onze eerste jaargang voltooit, gaan we daarom voorbij de ‘vroeger was het beter’-nostalgie om uit te zoeken hoe het genre meegroeit met zijn tijd, en zijn publiek.


Coverillustratie door Lisa De Vriese
Coverillustratie door Lisa De Vriese


Nergens is de droom van eeuwige jeugd zo tastbaar als in coming of age-films. Niet enkel omdat genreklassiekers als Rebel without a cause, Stand by me, Lady Bird en Call me by your name zo’n trefzeker portret schetsen van jongeren op de drempel van volwassenheid. Ook omdat deze momentopnames bevroren zijn in de tijd, iets wat hun houdbaarheid vaak ten goede komt. Je kan ze tien, twintig of vijftig jaar later opnieuw bekijken en je door de muziek, kleding of decors zo weer die zomer voor de geest halen toen je deze film voor het eerst zag. Ze halen herinneringen boven, doen je melancholisch mijmeren over je leven en wat daar wel of niet van terecht is gekomen.


In dit nummer, dat onze eerste jaargang voltooit, gaan we echter voorbij die ‘vroeger was het beter’-nostalgie. Want wie goed kijkt naar Richard Linklaters onstuimige films als Dazed and confused en Boyhood merkt dat deze periodeportretten niet vastzitten in de voltooid verleden tijd, maar net vanuit een vervlogen verleden verlangen naar een toekomst. En dat vooruitzicht op een onbeschreven levenspad is een voorrecht dat vooral jongeren genieten die op het punt staan om aan de rest van hun leven te beginnen. Welke toekomst wensen zij zich? En: grijpt die plaats in dezelfde wereld waar hun ouders van droomden? Vaak niet, en dat maakt coming of age een rebels genre dat op gespannen voet leeft met een samenleving die trager rijpt dan de generaties die er deel van uitmaken.


Wie goed kijkt naar coming of age-films merkt dat deze niet vastzitten in de voltooid verleden tijd, maar net vanuit een vervlogen verleden verlangen naar een toekomst.

Coming of age-films gaan dus eigenlijk meer dan elk ander filmgenre over het leven, en de wereld waarin die levens zich afspelen. En die is hard veranderd sinds James Dean in de jaren 1950 de rebelse teenager introduceerde. In tegenstelling tot vroeger vormt de burgerlijke huisje-tuintje-kindjedroom niet langer de snelweg naar volwassenheid. Vandaag zit daar nog een lange studie tussen, een eindeloze stoet Tinder-dates en dan moet je eerst nog jarenlang werken en sparen voordat je een lening krijgt om een woonst te kunnen kopen. Nee, dan is het begrijpelijk dat actuele coming of age-films zoals Licorice pizza en The worst person in the world niet langer inzoomen op tieners, maar net op twintigers en dertigers die worstelen om aan die sociale verwachtingen te voldoen.


Groeien en evolueren stopt niet op het moment dat je puberteit achter je ligt. Ook daarna lig je overhoop met jezelf en verandert je lichaam sneller dan dat je soms zelf zou willen.

Het coming of age-genre groeit dus mee met zijn tijd en zijn publiek. Spoiler: daarom worden we ook nooit te oud voor het filmgenre. Want groeien en evolueren stopt niet op het moment dat je puberteit achter je ligt. Ook daarna leer je dingen bij, lig je overhoop met jezelf en verandert je lichaam sneller dan dat je soms zelf zou willen. Kijk naar Amour, Vortex en The father. Deze films gaan niet over iemands eerste, maar laatste ervaringen. Ze gaan niet over hoe de ogen van jongeren opengaan en hoe zij de wereld zien, maar over hoe de kijkers van ouderen stilaan sluiten en hoe zij hun wereld achterlaten. Ook dat is groei. Ook dat is leven. Want wat is coming of age anders dan in het reine komen met je leeftijd – jong of oud?


Ontdek het allemaal zelf in ons derde nummer. Pik een exemplaar op bij een van de vele verkooppunten. Of abonneer je en ontvang elk nieuw nummer gewoon thuis. Wie eerdere nummers miste, kan die ook nabestellen (zolang de voorraad strekt).


Werkten mee aan dit nummer:

Kernredactie: Ruben Aerts, Johannes De Breuker, Emma Geets, Fien Meynendonckx.

Redacteurs: Jamie Apers, Alain Beerens, Katrijn Bekers, Anke Brouwers, Robin Broos, Ben De Smet, Sam De Wilde, Thomas Heerma van Voss, Andreas Ilegems, Robin Kramer, Omar Larabi, Hans Maes, Hanne Schelstraete, Ilse Van Baelen, Dieter Vanden Bossche, Jimmy Van der Velde, Tineke Van de Sompel en Anneleen van Kuyck.

Illustratoren: Lisa de Vriese, Jeroen Los, Kaat Mondelaers, Studio Knets, Ellen Vanhoutte, Jan Willemse en womanov.




bottom of page