top of page

Dit relikwie is de ‘Citizen Kane’ van de knokfilms

Patrick Swayze ruilt zijn dansschoenen uit Dirty dancing in voor vuisten in Road house. Als de stoïcijnse buitenwipper James Dalton navigeert hij door een wereld van baancafés, geweld en ouderwetse clichés over mannelijkheid.

Patrick Swayze in 'Road house'
Patrick Swayze in 'Road house'

Bij Patrick Swayze ziet de gemiddelde filmkijker waarschijnlijk een beeld voorbijflitsen waarin de Amerikaanse acteur in een rivier en met bloot bovenlijf een jonge Jennifer Grey de lucht in tilt. Zijn rol als dansinstructeur Johnny Castle in de muzikale eighties-klassieker Dirty dancing is en blijft dan ook zijn meest memorabele rol. Patrick Swayze zit in het collectief geheugen als oogverblindend lustobject en afgetrainde dansgod die menig persoon in zwijm deed – en doet – vallen. De in 2009 overleden ster staat minder bekend als macho-icoon en actieheld.


Toch koos hij twee jaar na Dirty dancing met Road house voor de hoofdrol in een compromisloos actievehikel. Een film waarmee hij zich in de wereld stortte van Amerikaanse baancafés, rock-‘n-roll, drankmisbruik, promiscue vrouwen en driftige kerels die elkaar in te strakke jeans de kop inslaan. Swayze begeeft zich in die wereld als de mysterieuze buitenwipper James Dalton, die wordt ingehuurd om de peis en vree te bewaren in baancafé de Double Deuce in een klein stadje te Missouri. Hij is koel, beheerst en mompelt dingen als ‘pain don’t hurt’. En wanneer de situatie erom vraagt, knokt hij erop los.


Alfaman


Dalton is een mooi voorbeeld van het archetype van de stoïcijnse held. Een die zich voorbeeldig gedraagt en zich op de achtergrond houdt, maar wel in staat is tot extreem geweld. Dalton springt uit de band in de film omdat hij beheersing en beschaving vertoont in een omgeving waarin mannen zich laten leiden door hun meest dierlijke of criminele instincten. Hij wordt voorgesteld als een lichtend voorbeeld van hoe je je moet gedragen als ideaal alfamannetje. Niet als een gorilla, maar als een welopgevoede heer. Een heer die je benen breekt indien nodig.


Een alledaagse verschijning die een vechtmachine blijkt te zijn? Het is een veelvoorkomend archetype in actiefilms. Nobody, waarin Better call Saul-acteur Bob Odenkirk een brave huisvader met een kort lontje speelt, is een mooi recent voorbeeld. Het doel van dat typetje is om Jan Modaal even te laten wentelen in de fantasie dat hij ook een onstuitbare actieheld kan zijn. Een droombeeld dat niets met de realiteit te maken heeft. Het doet je als kijker proeven van een mannelijk ideaal dat bestaat uit onoverwinnelijkheid, een perfecte persoonlijkheid en krachtdadigheid. Zeer aanlokkelijk, zeker in de vorm van Patrick Swayze.


Road house is een opgeklopt fantasietje waarin mannelijkheid te reduceren valt tot al je problemen oplossen met je vuisten.

Maar Road house is op dat vlak niet meer dan een cartooneske genreprent die baadt in conservatieve clichés omtrent mannelijkheid die vandaag, en zelfs toen al, achterhaald zijn. Geweld, machogedrag en vrouwen zijn in de film stereotypen in een ouderwetse film die niets relevant zegt over masculiniteit. De film blijft enkel overeind als een entertainende relikwie uit de eighties. Een opgeklopt fantasietje waarin mannelijkheid te reduceren valt tot al je problemen oplossen met je vuisten. Wat geen aanrader is.



‘Road House’ kan je via Prime Video bekijken.

 

Lees je onze interviews, recensies en artikels graag? Waarom ons niet steunen voor €5, €10, €25 of €50? Schrijf je hier in op onze wekelijkse nieuwsbrief. Dit stuk verscheen in het Macho-nummer van Humbug. Dat kan je hier kopen.


bottom of page