top of page

Een nachtmerrie die lak heeft aan conventies

Bijgewerkt op: 11 mrt. 2023

Met Blonde, over Marilyn Monroe, levert Andrew Dominik (The assassination of Jesse James) eindelijk nog eens een fictiefilm af. Ironisch genoeg is er vooral over dat fictieve gehalte heel wat te doen. Getrouw aan Joyce Carol Oates' gelijknamige roman en zijn eigen eigenzinnigheid presenteert de Australische regisseur een indrukwekkende caleidoscopische nachtmerrie die lak heeft aan conventies - de Hollywoodiaanse hagiografie op kop.


Ana de Armas als Monroe in 'Blonde'.
Ana de Armas als Monroe in 'Blonde'.

Blonde brengt het leven en lijden van actrice en sekssymbool Marilyn Monroe in beeld. De Cubaanse Ana de Armas kruipt in en onder de huid van het icoon, vanaf haar eerste stappen in Hollywood tot haar vroegtijdige dood in 1962 ze werd 36. In een korte proloog zien we eerst nog Lily Fisher de jonge Norma Jeane vertolken, toen er van haar alter ego Marilyn nog helemaal geen sprake was.


Bijna drie uur lang volgt de camera genadeloos het hoofdpersonage door een doolhof van seksueel geweld, psychologische trauma, gedwongen abortussen en eindeloze objectivering, zowel binnen als buiten de verhaalwereld.



Mythe vs. Monroe


De film baseert zich op de gelijknamige fictieve biografie van Joyce Carol Oates. Net als die roman pretendeert de film nergens een traditioneel waarheidsgetrouw beeld van Marilyn/Norma Jeane te schetsen. In plaats van slaafs historische gebeurtenissen en personages te volgen, vormt Blonde bovenal een intuïtieve collage van losse scènes, doorspekt met vervormde tot zelfs volledig verzonnen relaties.


Alle aandacht is gericht op de Armas, die fysiek volledig transformeert tot de Monroe die we kennen uit de Amerikaanse beeldcultuur.

De focalisatie blijft hierbij voortdurend gericht op een herinterpretatie van de actrice. Bobby Cannavale en Adrien Brody spelen ‘de ex- atleet’ en ‘de toneelschrijver’, personages die wel duidelijk geïnspireerd zijn op Monroes echtgenoten Joe DiMaggio en Arthur Miller, maar weinig meer zijn dan veredelde figuranten. Die zich alles behalve edel gedragen. Ook studiobazen, Norma Jeane’s geesteszieke moeder (vertolkt door Julianne Nicholson) en Monroe’s collega’s blijven steeds op de achtergrond. Alle aandacht is gericht op de Armas, die fysiek volledig transformeert tot de Monroe die we kennen uit de Amerikaanse beeldcultuur.


De film gooit zich radicaal op een herinterpretatie van Marilyn Monroe.
De film gooit zich radicaal op een herinterpretatie van Marilyn Monroe.

Ondertussen haalt Dominik stilistisch werkelijk alles uit de kast: er wordt voortdurend gewisseld van beeldformaat, zwart-wit fotografie gaat over in kleur en weer terug, en enkele keren passeren er ook pratende foetussen. De regisseur-scenarist zijn maximalistische bombast trekt zich ook nog eens door in de tekst, waar hyperrealistische dialogen (die scènes in de psychiatrische inrichting!) hand in hand gaan met bewust overdreven en theatrale monologen, zoals wanneer Monroe in een volle cinemazaal zichzelf beklaagt over Gentlemen prefer blondes.


De kijker wordt er zo niet alleen aan herinnerd naar een film te kijken, indirect wijst Dominik ons ook op onze eigen betrokkenheid bij de mythevorming én haalt hij onze verwachtingen radicaal onderuit over hoe een film over haar leven er dan wel uit zou moeten zien - dit is niét de Norma Jeane waar we met z'n allen zo verliefd op denken te zijn.



Ambiguïteit voorop


Mythevorming en de deconstructie daarvan zijn dan ook rode draden doorheen Dominiks oeuvre, waarvan het fictieluik niet toevallig uitsluitend uit boekverfilmingen bestaat. In zijn debuut Chopper zette hij de auto‘biografie’ van de Australische beroepscrimineel Mark Brandon Read om tot een web van paranoia en mythomanie met Eric Bana als onbetrouwbare protagonist.


De regisseur is niet geïnteresseerd in het geven van een hapklare betekenis aan Monroes leven en haar verwezenlijkingen, laat staan dat hij die laatste netjes chronologisch zou oplijsten.

Voor Killing them softly – een verfilming van George Higgins’ roman Cogan’s trade – wisselden James Gandolfini en Ray Liotta hun iconische gangsterpersonages in voor incompetente snoeshanen, en werd de centrale plot gedomineerd door een vals gerucht.


Misschien bevindt het allermooiste ambigue voorbeeld zich in The assassination of Jesse James by the coward Robert Ford. Waar die gehele film – en Ron Hansens gelijknamige boek – er in se op gericht is de vele mythes rond Jesse James te doorprikken, benadrukt Dominik subtiel in de allereerste scène dat ook zijn film niet meer kan zijn dan een fictieve vertelling. In de voice-over somt de verteller allerhande biografische gegevens op over Jesse James, waaronder een oogaandoening waardoor de bandiet bovengemiddeld met de ogen zou knipperen. Tegelijkertijd toont de camera Brad Pitt in close-up, met aanhoudend opengesperde ogen.


'Blonde' is een radicale aanval op de traditionele biopic.
'Blonde' is een radicale aanval op de traditionele biopic.

In Blonde vertelt er een dokter Marilyn dat de geestesziekte van haar moeder ook na jaren observatie een mysterie blijft. 'Het is een ziekte die niemand begrijpt, een syndroom van symptomen.' Een half uur later zien we haar thuis in bed samen met Bobby Cannavales personage. Terwijl hij afwezig naar een honkbalwedstrijd op televisie kijkt, filosofeert zij:


Daddy, it’s so scary how a scene with actual people just goes on and on. Like on a bus. What’s to stop it? Or… or how to figure out what people mean when probably they don’t mean anything. Not like a script. There’s no point. It just happens. Like the weather.


De Armas spreekt de laatste zin haast vragend uit, exemplarisch voor de nuance die ze in deze (glamourloze) glansrol legt. Ook Dominiks film gaat met al zijn wreedheid maar door en door, al vlogen de drie uur vlot voorbij.


Er schuilt iets arbitrair en zelfs pervers in de talloze verwijten over Blonde’s fictieve insteek, expliciete passages van seksueel geweld en desinteresse in Monroes verwezenlijkingen.

De regisseur is niet geïnteresseerd in het geven van een hapklare betekenis aan Monroes leven en haar verwezenlijkingen, laat staan dat hij die laatste netjes chronologisch zou oplijsten. Zoals in al zijn werk wil hij eerder onze fascinatie met beroemdheid, tragiek en hang naar narratieve eenheid in vraag stellen.


Zijn frontale aanval op de traditionele biopic en de verwachtingen van de kijker is tegelijk niet zonder risico’s. Het doet denken aan Terrence Malicks The tree of life. Net als die film danst Blonde meermaals op een slap koord, en dreigt de film van fenomenale grandeur te vervallen in ondraaglijke pretentie, gezwicht onder zijn eigen formalistische ambities. Maar Dominik weet steeds nét het evenwicht te bewaren – al was het kantje boord bij die foetussen (of bij de CGI-dino's in The tree of life, wat Malick betreft).



Arbitraire verwijten


Die spanning zorgt er helaas voor dat de film nooit vervelt tot een onbetwist meesterwerk van het kaliber van Jesse James of One more time with feeling. Nick Cave, het hoofdpersonage van die laatste docu-film, tekent dan weer wel in Blonde present voor de soundtrack van het jaar. Ook in One more time werd een (weliswaar levende) legende in al zijn kwetsbaarheid getoond, en ondermijnde de regisseur voortdurend het non-fictieve en dus ‘waarheidsgetrouwe’ statuut van het documentaire-genre (helemaal in het begin zegt hij tot Cave: 'Fantastisch hoe je zo nonchalant de kamer kwam binnengewandeld. Zullen we dat nog eens overdoen?'). Toch kraaide toen geen haan naar Dominiks deconstructieve ingrepen.


'Blonde' doet stof opwaaien.
'Blonde' doet stof opwaaien.

Er schuilt dan ook iets arbitrair en zelfs pervers in de vele verwijten over Blonde’s fictieve insteek, expliciete passages van seksueel geweld en desinteresse in Monroes verwezenlijkingen. Dezelfde critici en kijkers die Pablo Larraíns recente en eveneens ‘losse’ biopics Jackie en Spencer de hemel in prezen, vallen nu over Dominiks aanpak, en bekritiseren een film die voortdurend de ‘male gaze’ in vraag stelt (de scène met het iconische beeld van Monroes opwaaiende jurk op de set van The seven year itch is puur kippenvel) voor zijn onwrikbare weergave van misogynie in Hollywood.


Misschien lijdt de hedendaagse filmkritiek en goegemeente wel net als Norma Jeane’s moeder aan een symptoomsyndroom: normdoorbrekende films collectief aanvallen op basis van willekeurige en weinig gefundeerde argumenten – hoe kan een charlatan als Larraín ondertussen niets dan erkenning krijgen voor halfbakken arthouse die topactrices als Natalie Portman en Kristen Stewart reduceert tot parodieën van zichzelf? – zodra er in een uithoek van het internet ook maar de minste commotie ontstaat. Het zal de contraire Dominik allicht allemaal worst wezen. Ana de Armas heeft ondertussen de rol van haar leven geleverd – qua hommage aan Monroes nalatenschap kan dat ook tellen.


'Blonde' is nu via Netflix te bekijken.

 

Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.



bottom of page