Met de re-release van Nanni Moretti’s drieluik Caro diario is de meest representatieve film uit het droog-humoristische oeuvre van de eigenzinnige Italiaanse filmregisseur nog eens op groot scherm te zien.
In de late jaren 1980 schreef nieuwkomer Nanni Moretti zich in het genre in van maatschappijkritische en politieke satires waarin hij zichzelf steevast een hoofdrol toebedeelt. Vaak portretteert hij zichzelf als een wrange, narcistische, haast psychotische zonderling die de controverses niet schuwt. Hierin lijkt hij een raakpunt te vinden met een andere neurotische zielsverwant die aan de overkant van de oceaan een soortgelijke ironische zelfreflectie tentoonspreidt: Woody Allen.
Maar je mag Moretti’s films niet over dezelfde kam scheren. Vanaf de jaren 2000 wordt hij een mildere toeschouwer van de maatschappij die hem omringt en krijgt hij meer aandacht voor de menselijke psyche en gevoelens. Daar zitten pareltjes tussen van subtiele en humane cinema, zoal Gouden Palmwinnaar La stanza del figlio, Habemus papam, Mia Madre of zijn recentste film Tre Piani, waarvan de bioscooprelease enkele jaren moest uitgesteld worden wegens Corona.
Moretti spreidt eenzelfde ironische zelfreflectie tentoon als zijn neurotische zielsverwant Woody Allen.
Nu is dus zijn Caro Diario uit 1993 opnieuw in de zalen te zien. In dit autobiografische drieluik begint Moretti met het neerpennen van zijn intiemste gedachten in een (film)dagboek: 'C’è une cosa che mi piace più di tutto' (‘Er is iets waar ik boven alles van hou’), meteen gevolgd door een beeld van acteur Moretti zelf die op z’n Vespa door de semi-desolate straten van het zomerse Rome doolt.
Hoofdstuk 1 - Op de vespa
Vanop zijn Vespa – die van nabij als door een paparazzo met de camera wordt achtervolgd – beschouwt en bekritiseert Moretti elke buurt van Rome die hem nauw aan het hart ligt – hoe mooi of lelijk ook. Tussendoor drijft de neurotische regisseur de spot met zichzelf, ventileert hij onophoudelijk zijn frustraties en houdt hij te pas en te onpas iedereen op zijn weg tegen om zijn zegje te doen over mens en maatschappij, wat enkele hilarische taferelen oplevert.
Zo deinst hij er niet voor terug om actrice Jennifer Beals en haar toenmalige echtgenoot, regisseur Alexandre Rockwell, op straat aan te spreken over Jennifers miraculeuze danskunsten in Flashdance (en zijn eigen gebrek aan danstalent). De cynische ondertoon die zo kenmerkend is voor Moretti, is meteen gezet. Daarnaast hekelt hij met verve het gebrekkig filmaanbod dat elke cinefiel uit de bioscopen wegjaagt.
Zoals elke grootstad onthult Rome zowel haar grandeur als haar verval. Op zijn brommend traject defileren heel wat buurten waar geen toerist ooit van gehoord heeft: Garbatella, Spinaceto, Casal Palocco, Tufello, Monteverdo en het desolate Lido di Ostia waar filmmaker P.P. Pasolini op een gruwelijke manier aan zijn einde kwam. Met het slotbeeld van een verloederd gedenkteken ter ere van de grote Pasolini wordt het eerste hoofdstukje over Moretti’s passionele band met Rome op een trieste en tegelijk serene manier afgesloten.
Hoofdstuk 2 - Eilanden
De niet aflatende zoektocht van de nerveuze filmauteur wordt in het tweede luik van de film gestadig verder gezet: Nanni Moretti hoopt eindelijk bij een bevriende taalkundige wat rust en inspiratie te vinden op de Eolische eilanden vlakbij Sicilië. Maar niets gaat zoals gepland in deze fatalistische film.
Niets gaat zoals gepland in dit fatalistische drieluik.
De befaamde professor die zijn leven gewijd heeft aan het bestuderen en analyseren van James Joyce’s Ulysses en daarop zijn reputatie heeft gebouwd, ontpopt zich als een ziekelijk verslaafde TV-fanaat op wie soaps een hypnotiserend effect hebben. De dorre vulkaaneilanden brengen nogmaals geen soelaas voor de naar inspiratie hongerende filmregisseur. Elk eiland waar de ferry hen afzet, brengt een sprankeltje hoop die steevast in de kiem wordt gesmoord. Op het Eoliaans eilandje Lipari is er een memorabele scène waarin Moretti in een broodjeszaak de danspasjes van la Magnani in de film Anna op onnavolgbare manier imiteert – o ja, hij kan wel degelijk dansen, Nanni de clown, die ons voortdurend in het ootje blijft nemen.
Hoofdstuk 3 - Dokters
In het laatste hoofdstuk slaat de verwarring steeds meer toe. Moretti, die in het echte leven op zijn veertigste plots getergd werd door onverklaarbare jeukaanvallen die hem tot wanhoop dreven, schuimt alle mogelijke artsenpraktijken af in de hoop dat iemand hem van zijn kwaal zal kunnen verlossen. Geen enkele therapie of medicijn werkt echter.
Ten einde raad wordt hij door een Chinese arts doorverwezen voor verder radiologisch onderzoek en wordt de oorzaak van alle kwaad eindelijk onthuld. En dat is niet min. In zijn epiloog heeft Moretti het duidelijk gemunt tegen het falende Italiaans medische systeem van de jaren 1990 waarin hij onterecht van het kastje naar de muur werd gestuurd.
Meten met grootmeesters
Op de begingeneriek van Caro diario valt naast de naam Nanni Moretti nog een grote naam op: die van Nicola Piovani, naast Ennio Morricone ongetwijfeld de grootste klasbak van de Italiaanse filmmuziek waar heel wat Italiaanse regisseurs hun vertrouwen in stelden. Naast Piovani’s meeslepende muziekscore zet Moretti er vrolijk de schwung in met zomerse meezingers van Khaled en melancholischer werk van Leonard Cohen of jazzmuzikant Keith Jarrett. De muziek in Caro diario speelt een belangrijke ondersteunende rol.
Nanni Moretti kan beschouwd worden als het enfant terrible van de vrijgevochten Italiaanse cinema van de jaren 1970. Het zal geen sinecure geweest zijn om zich te meten met de grootmeesters die hem vooraf gingen: het neorealisme van Roberto Rosselini, Vittorio de Sica en Luchino Visconti n de jaren 1940 en 1950, het sarcastisch symbolisme van Federico Fellini in 1960 en 1970, en het naturalisme van de gebroeders Taviani in 1970 en 1980.
Toch weet Moretti zijn eigen stempel te drukken op die rijke Italiaanse traditie. Weet waar je je in Caro diario aan kan verwachten: sommigen dragen de anti-held op de handen, anderen halen hun neus op voor zijn irritant en exuberant personage. Je bent verwittigd.
Caro diario is vanaf 6 juli 2022 in de Belgische zalen te zien.
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.