De atypische politiefilm La nuit du 12 van Dominik Moll mag dan niet de spannendste thriller van het jaar worden, het is alvast een verrassend pareltje binnen het nieuwe filmseizoen.
Dominik Moll is geen veelfilmer. Amper zeven films op bijna dertig jaar, daar breek je geen records mee. Als ze dan al worden uitgebracht, dan zijn ze doorgaans niet eens in veel zalen te zien – dat overkwam ook zijn vorige film Seules les bêtes (2019). Harry, un ami qui vous veut du bien (2000) is nog steeds de bekendste titel van de Duits-Franse cineast. Die gestileerde psychologische thriller leverde Moll heel wat lof en prijzen op, waaronder een Bafta-nominatie voor Beste niet-Engelstalige film.
Na enkele omzwervingen in het historische en zelfs fantastische genre is Moll en force terug met een thriller van formaat die, tegen alle verwachtingen in, vrijwel geen moment van suspense bevat. En dat maakt juist de sterkte uit van deze intelligente, subtiel gedocumenteerde verfilming van een moordonderzoek, waar een inspecteur zich tot het obsessieve toe in vastbijt. Molls aandacht richt zich bijna uitsluitend tot de dagelijkse gang van zaken binnen een politiekorps. Slechts weinigen hebben het hem voorgedaan, met uitzondering misschien van Anne Fontaine (Police) of Bertrand Tavernier (L.627). Het lijkt wel alsof ze allemaal undercover zijn gegaan om hun onderwerp zo waarheidsgetrouw mogelijk weer te geven.
Spraakmakend faits divers
Voor La nuit du 12 haalt Moll zijn inspiratie uit een spraakmakend faits divers dat hij plukte uit het boek ‘18.3 – Une année à la PJ’ van auteur Pauline Guéna. Daarin volgde Guéna als insider gedurende een jaar het reilen en zeilen van de gerechtelijke politie. Eén bepaalde enquête trok daarbij meer de aandacht dan de andere: een bijzonder gruwelijke moordzaak die indertijd vele vragen opriep en tot op heden onopgelost blijft.
Morbide sensatiezucht kan je Moll niet verwijten: van bij de aanvang wordt de afloop al meteen vrijgegeven. De dader zal niet gevat worden, de zaak blijft onopgelost. Dat op zich is al een ongewoon uitgangspunt voor een film van dit genre.
Morbide sensatiezucht kan je Moll niet verwijten: van bij de aanvang wordt de plot al meteen vrijgegeven. De dader zal niet gevat worden, deze zaak blijft onopgelost.
Moll springt zuinig om met de informatie die hij de kijker meegeeft. Er is slechts één zekerheid: de misdaad werd begaan in de nacht van de twaalfde op dertiende oktober. Het slachtoffer is een vrouw van begin twintig. Er zijn veel hypotheses mogelijk, maar daar is het hem niet echt om te doen. Wat Moll interesseert is hetgeen er zich tijdens en buiten het onderzoek in het hoofd van de onderzoekers afspeelt, op welke manier zij individueel reageren op de continue confrontatie met verbaal en fysiek geweld, hoe hun vaak subjectieve beoordeling zowel dader als slachtoffer treft, hoe hun gendergelinkte vooringenomenheid oordeelt over schuld en onschuld.
Hoe je het ook bekijkt, het politiemilieu is voornamelijk een mannenwereld. De omslachtige procedures waarmee deze ambtenaren hun dossiers moeten afhandelen, het helpt niet om hen de nodige ademruimte te geven om tot de essentie te geraken.
Moll stelt zich terecht de vraag of de arm der wet op deze manier haar job dan wel naar behoren kan uitoefenen en niet al te makkelijk een eenzijdige blik werpt op de maatschappij, zeker tegenover de vrouwen die net het gros van de slachtoffers uitmaken.
Scheefgegroeide man-vrouwverhouding
In een tijd waarin iedereen zijn of haar mond vol heeft van #MeToo komt deze film als manna uit de lucht gevallen. Het is de scheefgegroeide man-vrouwverhouding die Moll aan de kaak wil stellen. In het midden van de film is er een cruciale scène waarin een getuige aan de hoofdinspecteur verklaart waarom haar beste vriendin vermoord werd: simpelweg omdat het een meisje is. Het slachtoffer treft géén schuld, ook al had ze de reputatie om ‘gemakkelijk verliefd’ te worden en met de eerste de beste het bed in te duiken.
Op geen enkel moment is er een valse noot te bespeuren
Het is een waarheid waar de inspecteur niks tegen kan inbrengen en die hem tot inkeer zal brengen. Dat de échte dader niet kan worden ontmaskerd, doet hier nog weinig ter zake. Eigenlijk zijn het de mannen die de schuld treft, in het bijzonder diegenen die er systematisch van uitgaan dat vrouwen ‘het gewild hebben’ en die zich daardoor hardnekkig blijven vastklampen aan hun eeuwenlange machtspositie. De heksenvervolgers van weleer leven nog steeds onder ons.
Wat deze atypische politiefilm zo sterk maakt, is het ongelooflijk professionalisme dat Moll aan de dag legt. Op geen enkel moment is er een valse noot te bespeuren. Het begin al bij het ijzersterke scenario en de levendige dialogen waar het ook niet aan een welgekome sprankeltje humor ontbreekt, mede dankzij de inbreng van Molls jarenlange co-scenarist en zielsverwant Gilles Marchand. Ook de sobere fotografie en de perfect uitgebalanceerde montage verdienen een pluim. Maar bovenal zijn het de uitmuntende casting van de acteurs en schitterende vertolkingen die bijdragen tot deze intense filmbeleving, niet uitsluitend van de vrij onbekende hoofdrolspeler Bastien Bouillon maar ook van alle nevenrollen, in het bijzonder het talent van eigen bodem, een zichzelf overtreffende Bouli Lanners.
'La nuit du 12' is vanaf 31 augustus 2022 in België te zien. Vanaf 17 november 2022 komt de film in Nederland in de zalen.
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.
ความคิดเห็น