Richard Linklaters 21ste langspeler, over een jongen die gelooft al vóór Neil Armstrongs small step op de maan te hebben gewandeld, is een culminatie van al zijn voorgaande projecten, maar daarom niet noodzakelijk zijn beste film.
Het uitgebreide oeuvre van coming-of-agekoning Richard Linklater lijkt erg gevarieerd maar valt na nadere inspectie tot pakweg vier ‘genres’ terug te brengen. De Texaanse regisseur en scenarist schippert tussen mainstream crowdpleasers (zoals School of rock en Where d’you go Bernadette?), persoonlijke maar ambitieuze projecten over het verglijden van de tijd (zoals Boyhood en de Before-trilogie), coming-of-ageverhalen voor de boomergeneratie (check Dazed and confused of Everybody wants some!!) en live-actionfilms met een gestileerde animatiefilter eroverheen. Zijn laatste worp en semi-autobiografie vormt een soort culminatie van al die thema’s en technieken.
Net als in animatiefilms Waking life en A scanner darkly hanteerde Linklater het zogenaamde ‘rotoscoping’ bij de creatie van Apollo 10 1/2. Bij die techniek worden scènes eerst live gefilmd en dan op een soort tekentafel geprojecteerd, waar ze door een tekenaar geanimeerd worden. Rotoscoping zorgt ervoor dat de animatie heel realistisch is en de acteurs bijzonder herkenbaar blijven – maar het biedt tegelijkertijd de optie om een volledig artificiële wereld te creëren waarbinnen alles mogelijk is. Perfect voor de verfilming van een boek van scifi-sterauteur Philip K. Dick, zoals A scanner darkly bewijst. Maar of de techniek ook ideaal is voor een film over de eentonigheid van het alledaagse leven, dat is een ander verhaal.
Alles nieuw
Dat verhaal – over de 10-jarige Stan – wordt verteld door zijn oudere zelf, met de heerlijk nonchalante intonatie van Jack Black. Net als Richard Linklater, op wiens jeugd de film los gebaseerd is, woont Stan met zijn familie in Houston, vlak bij het hoofdkwartier van NASA. In de hete zomer van 1969 draait daar alles rond de komende poging van Apollo 11 om op de maan te landen. Ook in Stans dagdromen speelt die maanlanding een cruciale rol. Tussen de waargebeurde scènes door, zien we immers een alternatieve realiteit – en zogezegd langbewaard geheim – waarin Stan door NASA werd uitgekozen als enige bestuurder van de Apollo 10 1/2, het ruimteschip dat per ongeluk op kindermaat werd gebouwd en de maan bereikte nog voor Neil Armstrong en Buzz Aldrin dat deden.
Het is onduidelijk of de animatietechniek ideaal is voor een film over de eentonigheid van het alledaagse leven.
Apollo 10 1/2 (met ondertitel A space age childhood) is dus een reflectie op de aard en betrouwbaarheid van ons geheugen, maar het is vooral een ode aan de onschuld en het optimisme van de kindertijd. En vooral, van de kindertijd in de late jaren 1960. Voor Stan en zijn broers en zussen was dat een periode van ongebreideld enthousiasme en geloof in het kunnen van de mens. Ze hadden, zo zegt Stan zelf, geen enkel historisch besef. Alles in hun omgeving van de welvarende suburbs was immers door mensen gemaakt en fonkelnieuw. De toekomst was rooskleurig, al fietsten de kinderen wel onbezorgd rond in wolken DDT, zich onbewust van de gevaren voor hun gezondheid.
Meester van het gewone
Richard Linklater is de meester van het alledaagse. Hij ziet poëzie en humor in het gewone leven, en vertaalt dat naar herkenbare en daardoor vaak emotionele scènes op het scherm. Hij doet dat feilloos in Before sunrise, Before sunset en Before midnight en nog opvallender in Boyhood. Vier films die ettelijke jaren overspannen en toch niet focussen op de wereldschokkende voorvallen in het leven van de personages, maar juist op de vergeten minuten tussen die sleutelmomenten.
Linklater focust niet op de wereldschokkende voorvallen in het leven van de personages, maar juist op de vergeten minuten tussen die sleutelmomenten.
Apollo 10 1/2 lijkt soms bijna een parodie op die gevoeligheid voor het gewone. De film is een aaneenschakeling van huishoudelijke taken, geruzie over de afstandsbediening, gelummel op het sportveld en lange autoritten. Het hoogtepunt daarvan is een rondje op de saaiste pretparkattractie ooit, terwijl in de ruimte de astronauten zich klaarmaken om op de maan te gaan wandelen. Al die scènes zijn subtiel grappig en soms poëtisch, maar het is de eerste keer dat ze in een Linklaterfilm toch geforceerd aanvoelen. Komt dat door de onnodige animatielaag, die in dit geval vooral afstand creëert – en weinig fantasie? Of voegt de animatie juist iets noodzakelijks toe aan het te simpele verhaaltje? In Waking life en A scanner darkly, twee visueel overweldigende films, diende de animatie het scenario, terwijl het in Apollo 10 1/2 onduidelijk is of de rotoscoping een meerwaarde dan wel een hinderpaal vormt.
Hergebruikte keukenrol
En dat is niet het enige schoentje dat wringt. Als filmkijker in 2022 is het moeilijk, bijna onmogelijk, om de idealisering van die tijdsperiode te accepteren. Het lijkt wel alsof Linklater deze film uitsluitend maakte voor zijn leeftijdsgenoten, die zichzelf en hun familieleden zeker zullen herkennen in de alledaagse taferelen die hij schetst – die zoals hij misschien met veel te veel kinderen in de kofferbak van de auto hebben gezeten terwijl hun vader achter het stuur een blikje bier opentrok. Of die mateloos plezier haalden uit neptelefoontjes.
De idealisering van Stans jeugd botst knallend hard met de toekomst waar de hedendaagse jeugd tegenaan kijkt.
Maar wanneer Linklater lacht met zijn grootouders, die alles hergebruikten (zelfs keukenpapier!) uit angst dat de Grote Depressie terug zou keren, voelt dit bitter. In een tijd waarin zekerheden op de helling lijken te staan, voelt het optimisme van Linklaters generatie zuur aan. Zijn nostalgische verheerlijking van een periode waarin de kiem ligt van vele huidige problemen – zoals doorgedreven consumentisme, klimaatopwarming en sociale ongelijkheid – voelt bijna ongepast. De idealisering van die jeugd botst knallend hard met de toekomst waar de hedendaagse jeugd tegenaan kijkt.
Stan zegt op een bepaald moment wel dat de toekomst vaak angstaanjagend was – door de Vietnamoorlog en de Koude Oorlog – maar die interessante gelijkenis met onze huidige angsten wordt jammer genoeg te weinig uitgediept.
Oké, boomer
Uiteindelijk lijkt Linklater te willen zeggen, zoals een vader tegen zijn rebelse kinderen, dat “vroeger alles beter was”. En die rebelse kinderen kunnen alleen maar antwoorden, samen met de kijker, “ja, dat klopt”.
En laten we afsluiten met één concreet voorbeeld van hoe het vroeger beter was. In de film zien we hoe het gezin regelmatig en in volle verering naar de bioscoop trekt. Een film als Apollo 10 1/2, die veel baat zou hebben bij een groot scherm om de animatie op te waarderen, zou nooit geruisloos op Netflix zijn verdwenen tussen afleveringen van Is it cake? en Bridgerton.
‘Apollo 10 1/2’ is sinds april 2022 te zien op Netflix.
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.