Zonder zijn broer en vaste kompaan Ethan zette Joel Coen zich aan Macbeth, het befaamde stuk van Shakespeare vol onheil en verraad. Maar zijn adaptatie is allerminst het werk van een half duo. Met Frances McDormand en Denzel Washington had hij bovendien twee grootheden aan zijn zijde.
Iedereen kent de Coens als broers die samen filmmaken, intussen al bijna 35 jaar lang. Goed voor achttien films. De verrassing was dan ook groot toen bekend raakte dat Joel Coen het befaamde theaterstuk Macbeth alleen onder handen zou nemen. Dat project kwam hem ter ore via vrouwlief Frances McDormand, die zeven jaar geleden al bij hem polste of hij een theaterproductie van The Scottish Play wou leiden. Daar bedankte hij toen voor, maar uiteindelijk zag de cineast wel heil in een filmadaptatie. Met 'zijn' McDormand in de hoofdrol en Denzel Washington als haar tegenspeler.
Het verhaal is nog steeds dat van een noodlotsdrama. De Schotse generaal Macbeth krijgt de voorspelling ingefluisterd dat hij op een dag koning zal worden. Gedreven door ambitie en met de steun van zijn echtgenote doodt hij de vorst, maar uiteindelijk zal zijn zucht naar de troon zijn eigen ondergang inleiden.
Van Welles tot Kurosawa
Coen is lang niet de eerste die Shakespeare zijn Macbeth naar het witte doek brengt. Orson Welles deed het al in 1948. Maar omwille van een erg beperkt budget kreeg hij zijn visie niet gerealiseerd, zo zou hij altijd blijven zeggen. Laurence Olivier vond zelfs nooit financiering, ondanks zijn indrukwekkende en gelauwerde theatervertolkingen van het stuk. Maar Roman Polanski slaagde daar wel in en regisseerde in 1971 Jon Finch als de befaamde generaal. In 2015 deed de Australische filmmaker Justin Kurzel op zijn beurt een beroep op Michael Fassbender en Marion Cotillard voor wat een bekroonde herwerking werd.
Coen is lang niet de eerste die Shakespeare zijn Macbeth naar het witte doek brengt. Orson Welles deed het al in 1948. Maar omwille van een erg beperkt budget kreeg hij zijn visie niet gerealiseerd.
Maar laten we zeker niet de Japanse grootmeester Akira Kurosawa vergeten. In 1957 liet hij de setting van Schotland achter zich om de machtswellust naar feodaal Japan te brengen. Throne of Blood is niet minder dan een hoogtepunt met begeesterende vertolkingen van Toshiro Mifune in de titelrol en Isuzu Yamada als zijn Lady Macbeth.
Rasvertolkingen en een Duits kantje
Hoewel het grote schoenen zijn om te vullen, kan Joel Coen natuurlijk teren op tonnen ervaring en een imposante cast. Denzel Washington toont zich uitermate terughoudend, al mag hij in een enkele scène toch hinten naar de explosieve vulkaan die hij in zich heeft. Maar de kijker krijgt voorts vooral een piekerende en wijfelende Macbeth te zien.
Frances McDormand drukt dan weer haar gekende 'je m'en fous'-stempel op de rol, terwijl eerdere actrices meer leunden op emoties, zoals de angst om te worden ontdekt, pure machtslust of zorgzame geruststelling. En als repliek op Macbeths vraag over wat ze zullen doen als ze falen om koning Duncan te vermoorden, volgt een kurkdroge en bijna schouderophalende 'We fail'. Ook dat is ongezien.
De lange, sombere gangen van Macbeths burcht weerspiegelen de innerlijke leegte van zijn bewoner.
Bijrollen zijn weggelegd voor Brendan Gleeson als King Duncan, Corey Hawkins als MacDuff en Harry Melling als Malcolm. Maar het is verrassend genoeg de minder bekende Kathryn Hunter als 'de drie heksen' die het meest bijblijft. Haar iele verschijning uitgedost in lange zwarte gewaden, brengt beelden voor de geest die je als kijker meteen terugvoeren naar het Duits Expressionisme van de jaren twintig, meer bepaald naar Max Schreck als Count Orlock in de grote klassieker Nosferatu (1922).
De zwart-witfotografie van Bruno Delbonnel versterkt dit gevoel alleen maar. De lange, sombere gangen van Macbeths burcht weerspiegelen de innerlijke leegte van zijn bewoner. Het resulteert in een prachtig spel met lichtinvallen en schaduwen, en geeft zo het toneelstuk een ongeziene visuele intrige en mystiek. Het kasteel is dan weer een immense, quasi lege ruimte. Maar het idee dat achter elke hoek, pilaar of nis zomaar een complot in de maak zou kunnen zijn, blijft overeind.
Moderne klasse in een authentiek jasje
Een keuze die het stuk moderniseert en meer eigentijds doet aanvoelen, is de interraciale casting. Al zou dit vandaag niet langer moeten aanvoelen als 'innoverend' of 'gedurfd'. Een blik op het verleden leert ons dat het niet eerder gebeurde. Orson Welles produceerde in 1936 wel het toneelstuk Voodoo Macbeth met een volledig zwarte cast. Die keuze verantwoordde hij door het verhaal naar de Caraïben te verplaatsen. Helaas was Welles zijn inclusiviteit van korte duur: in 1951 regisseerde hij Othello zonder een Moor in de hoofdrol. Joel Coen doet met Macbeth solo wat hij dus al veelvuldig deed met zijn broer Ethan: een sterk staaltje cinema afleveren. Is dit succesvolle solo-uitje het definitieve einde van een legendarisch regisseursduo? Of is het gewoon een pallet cleanser tot hun volgende project? Dat zal de tijd uitwijzen. Wat wel vaststaat: 'By the pricking of my thumbs, something wonderful this way came'.
'The tragedy of Macbeth' is te bekijken op Apple Tv+.
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.