In Sons of Philadelphia vertolkt Matthias Schoenaerts een getraumatiseerde bokser die een sluimerende familie- en benderuzie uitvecht. Ook cineast Jérémie Guez kampt met een bikkele strijd: tussen psychologisch portret en actiethriller.
Haat en liefde zijn twee zijden van dezelfde munt. Met Sons of Philadelphia bewijst Jérémie Guez dat deze leuze meer is dan een poëtisch cliché: voor de neven Michael (Joel Kinnaman) en Peter (Matthias Schoenaerts) is dat namelijk de pijnlijk realiteit.
Deze twee zonen uit een Ierse migrantenfamilie houden van elkaar als broers – zoals de naam van hun geboortestad reeds suggereert: Philadelphia is Latijn voor broederliefde. Ze zorgen voor elkaar en vinden elkaar in hun gezamenlijke strijd tegen de Italiaanse bende uit hun grauwe, industriële wijk. Daardoor vergeten ze maar al te vaak dat ze noodgedwongen rivalen zijn: Michaels vader vermoorde immers zijn broer, de vader van Peter. Die erfzonde heeft hun lot bezegeld.
Blanke pit, ruwe bolster
Naast een update van de westerse archetype van de broedervete – waarbij de ene broer de andere vermoordt en zo een keten van vergeldingsacties in gang zet – is de gespierde en getraumatiseerde bokser Peter ook een update van Matthias Schoenaerts’ archetypisch rol. Sinds hij internationaal doorbrak met Michael Roskams Rundskop (2011) en Jacques Audiards De rouille et d’Os (2012) vertolkt hij regelmatig mannen met een harde bolster en een zachte pit. Ook nu weer. Peter is namelijk diep getraumatiseerd door de vroege en verdachte dood van zijn zus, vader en moeder. Hij werkt zijn frustraties uit in de boksring, maar houdt zijn emoties verborgen.
Jérémie Guez is vergeten dat het uiten van gevoelens noodzakelijk is in een doorleefd psychologisch portret.
Maar door in zijn opvolger van A bluebird in my heart (2018) bewust suggestie en impressie boven expressie te verkiezen, blijven de Ierse bloedbroeders in Guez’ film ook vlakke en holle personages. De Franse cineast lijkt te zijn vergeten dat het uiten van gevoelens ook nuttig, zelfs noodzakelijk is om een doorleefd psychologisch portret te schetsen. Want als Peter zijn mentale pijn niet toont, is het – Schoenaerts fysieke vertolking ten spijt – onmogelijk om zijn emotionele worstelingen te begrijpen.
Dan helpen zelfs de vele flashbacks naar zijn kindertijd niet. Guez wil de oorsprong van Peters trauma’s blootleggen, en toont hoe de jonge Peter steeds meer vereenzaamt nadat kort na elkaar zijn zus verongelukt, zijn moeder “plots” sterft en zijn vader het slachtoffer wordt van een vergeldingsactie. Zelfs al zijn de thematische en visuele parallellen met Peters kindertijd poëtisch en ontroerend, het voelt toch vooral gemakkelijkheid om op die manier vanuit het verleden het heden in te vullen.
Genreloze genrefilm
Op zich hoeft Guez’ keuze om Peters complexe interne strijd – de strijd met zijn herinneringen uit het verleden, en zijn agressieve neef die hem daaraan indirect herinnert – te veruiterlijken niet nefast te zijn. Er bestaan immers veel knappe films waarbij zulk interne trubbels uitmonden in extern geweld. Op basis van de plot vol broedervetes en bendeoorlogen lijkt Sons of Philadelphia ook veel van een actiethriller à la Christopher Nolan weg te hebben. Toch schiet Guez’ film ook als actiefilm te kort.
Waarom? Omdat Peter – net zoals in Brotherly love, Pete Dexters’ roman uit 1991 waarop dit misdaaddrama gebaseerd is – een outsider is die wel in het centrum van het narratief staat, maar niet in het centrum van de actie. Daardoor blijven de koele liquidaties die de opwindende hartslag van gangsterfilms als Martin Scorsese’s The Irishman (2019) vormen ver buiten beeld. Guez creëert zo misschien wel een vernieuwend perspectief op de agressieve, stereotiepe bendeoorlog maar holt tegelijkertijd ook zijn genreloze genrefilm nog meer uit. Hierdoor is Sons of Philadelphia noch een actiefilm, noch een psychologisch drama.
Sons of Philadelphia is noch een actiefilm, noch een psychologisch drama. Wat is het dan wel?
Wat is Guez’ tweede film dan wel? Soms is het bewonderenswaardig dat een film onclassificeerbaar is – denk bijvoorbeeld aan Dogtooth van de Griekse Yorgos Lanthimos, of aan het recente Parasite van de Zuid-Koreaanse Bong Joon-ho. Beide overstijgen elke vorm van classificatie doelbewust en glansrijk. Maar Sons of Philadelphia wil een genrefilm zijn, maar lijkt nergens thuis te horen. Misschien past Guez’ misdaaddrama door de schemerende belichting, terugkerende thema’s zoals trauma en vervreemding en visuele motieven (zoals meervoudige spiegelingen) nog het beste binnen het neo-noirgenre. Al rijst ook dan opnieuw de vraag of Guez helemaal slaagt in zijn opzet.
Vanaf 9 juni te zien in de bioscoop.
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.