Tijdens het Spaanstalige filmfestival cineMÁS is El perro que no calla te bewonderen. Deze film van Ana Katz is een absurde komedie over een zonderlinge man die zijn hond boven het maatschappelijk systeem kiest. Zo zet de Argentijnse regisseur 73 minuten lang het menselijk vermogen om zich aan te passen in de verf.
De dertigjarige graficus Sebas laat zich een beetje meedobberen op de stroom van het leven zonder al te veel weerstand te bieden. Omdat zijn buren klagen over het constante geblaf van zijn hond – dat de kijker nooit hoort – besluit hij het dier elke dag mee te nemen naar kantoor, waardoor zijn baas hem uiteindelijk vriendelijk aan de deur zet. Ironisch genoeg verliest hij zijn hond bij zijn volgende werk. Daarna zoekt hij zijn evenwicht in het verzorgen van een terminaal zieke patiënt en het telen van groenten en fruit.
Voor Sebas (Daniel Katz, de broer van de regisseur) zijn de dagelijkse beslommeringen het belangrijkste van de wereld. Hij is iemand met een bepaalde gevoeligheid. Onder andere omdat hij zijn hond niet in de steek wil laten, valt hij bijna buiten het systeem. Hij probeert zichzelf te zijn zonder zich te moeten aanpassen aan de wereld daarbuiten. In dat opzicht maakt Katz van het persoonlijke een politiek thema: de maatschappij zou deze zelfredzame mensen ook een plaats moeten geven.
Meteorietinslag
Tijdens het hoogtepunt van de film wordt ook het klimaatthema geïntroduceerd: een meteorietinslag vergiftigt alle lucht boven 1,20 meter. De maatschappelijke ongelijkheid wordt hierdoor extra duidelijk. De rijken kopen gewoon een bubbelvormige helm en blijven fier rechtop lopen terwijl de minder gefortuneerden zich nederig gehurkt moeten voortbewegen. Een visionair moment want deze film werd gemaakt in 2019. Vóór de pandemie met zijn coronabubbels en bijhorende offers.
El perro que no calla is meer gebaseerd op een emotie dan op een scenario.
Katz zegt dat El perro que no calla niet zozeer gebaseerd is op een scenario dan wel op een emotie. Ze vindt dat het hoog tijd is dat de mensen terug leren zich te verbinden door naar elkaar te luisteren. In haar film opteert ze, samen met vijf directors of photography, voor een zwart-witbeeld om de ruis te verwijderen die ons ervan weerhoudt te zien wat essentieel is. De sobere zwarte tekenlijnen van haar art director worden ingevoegd om een aantal moeilijker verfilmbare scènes te visualiseren – zoals de dood van de hond, de inslag van een meteoriet en de teloorgang van een relatie. Het zijn meteen ook sleutelmomenten in de film.
Geen conventionele conclusies
Dat de tijd in de film met grote sprongen vooruit gaat, wordt duidelijk doordat het kapsel van Sebas in bijna elke scène anders is. Die ellipsen zorgen ervoor dat niet de volledige levensloop van het hoofdpersonage aan bod komt, maar alleen de momenten die er écht toe doen om volwassen (en een goede vader) te kunnen worden.
Op deze manier probeert de regisseur wegen te betreden die niet meteen naar conventionele conclusies leiden. De film nodigt zo uit om het lot te aanvaarden zonder daarom pessimistisch te worden. De hoopvolle eindnoot van Nicolás Villamil ‘Alles komt goed; slechts een ding tegelijk’ legt de focus op het moment zelf. Doe minder om meer te horen en te zien. Begin, zoals Sebas in de eindscène, met de planten op je balkon water te geven en zie dan maar wat er gebeurt.
Sphinx cinema (Gent), kunstencentrum BUDA (Kortrijk) en Cinema Cartoon's (Antwerpen) organiseren van 20 t.e.m. 26 april cineMÁS, het festival van de Spaanstalige film. El perro sue no calla kan je op zaterdag 23 april bekijken in Sphinx (17u30) en Buda (18u).
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.
Comments