top of page

Het universele is diep persoonlijk, zo laat ‘Petite maman’ zien

Bijgewerkt op: 6 jul. 2021

Céline Sciamma maakt geen vrijblijvende, laat staan onpersoonlijke films. Dat ondervond Fien Meynendonckx toen ze Petite maman bekeek, de meest recente film van de Franse cineaste, bekend van Portrait de la jeune fille en feu. 'Hoe komt het dat haar films, die vaak over kijken gaan, mij het gevoel geven gezien te worden', vraagt ze zich af.


Robert Redford in 'All is lost'
Moeder en dochter in 'Petite maman'.

Sinds ik Petite maman zag, staat de soundtrack hier op repeat. En dat wil wat zeggen, want die soundtrack bestaat uit één nummer. Ik zing onbewust het mantra uit La musique du futur (“ton cœur est dans mon cœur”) terwijl ik avocado’s knijp in de supermarkt, naar huis fiets en mij bedenk hoe ik in godsnaam onder woorden kan brengen wat Céline Sciamma’s laatste langspeler met me deed.


Want hoe geef je kritiek op een film die je exact op het lijf is geschreven? Zo exact, dat ik even dacht dat ik, en alleen ik, de doelgroep was van deze film. Voor een zoekende moeder van een jonge dochter, een tijdreisminnaar (er ligt altijd een exemplaar van How to build a time machine op mijn nachtkastje) en een fulltime nostalgicus, is er geen geschikter verhaal dan dat van een achtjarig meisje dat vriendschap sluit met haar moeder op dezelfde leeftijd, in de achtertuin van het grootouderlijke huis.


Maar volgens die logica zou Sciamma’s vorige film, Portrait de la jeune fille en feu, alleen bedoeld zijn voor achttiende-eeuwse schilderessen die verliefd worden op hun onderwerp. En aan de kritische ontvangst van dat meermaals gelauwerde kostuumdrama te zien, was er wel een breder enthousiast publiek. Nu Petite maman in de zalen speelt, blijkt ook in dit geval dat meer mensen zich aangesproken voelen door Sciamma’s onderwerp en beeldentaal.


Hoe komt het dan, dat haar films, die vaak gaan over kijken, mij – en zovele anderen – het gevoel geven gezien te worden?



Remedie tegen nostalgie


Petite maman gaat over Nelly, die met haar moeder Marion en haar naamloze vader het huis van haar grootmoeder gaat leeghalen na diens overlijden. Al na de eerste avond verdwijnt Marion om onduidelijke redenen (waarschijnlijk omdat ze te triest wordt bij het in dozen zien verdwijnen van haar jeugdherinneringen). Niet veel later ontmoet Nelly in het bos achter het huis een meisje dat griezelig hard op haar lijkt en dat luistert naar de naam… Marion.


Dat Marion de jonge versie van haar moeder is, heeft Nelly al snel door, zeker nadat ze ook in diens huis terechtkomt. Dat huis is identiek aan de woning die zij aan het leeghalen is, maar dan met ander behangpapier en haar grootmoeder die erin rondwaart.


Tijdreisfilms gaan vaker over het appreciëren van het heden, dan over het verleden zelf.

Petite maman is dus een onversneden tijdreisfilm, een genre waarin ik graag vertoef. Terugkeren in de tijd is niet alleen geruststellend, een tijdreisfilm is ook de perfecte behandeling voor de ongeneesbare aandoening die nostalgie heet. Niets fijner dan momenten opnieuw te beleven, locaties opnieuw te bezoeken, maar dan lichtjes anders. Een beetje zoals Marty McFly die in de Back to the future-trilogie op verschillende momenten in de tijd in hetzelfde dorp gelijkaardige acties onderneemt. De herkenbaarheid geeft troost.


Een tijdreisfilm is bovendien gelijkaardig aan een road movie omdat de reis die verbeeld wordt, eigenlijk een innerlijke tocht is. Dat is vooral duidelijk in films als het onvolprezen About time of Peggy Sue got married, waarin het uiteindelijk gaat om het appreciëren van het heden, meer dan over het verleden zelf.


In het tonen van appreciatie voor de kleine dingen des levens, is Sciamma een ware meester. Samen met haar vaste cinematografe Claire Mathon verbindt ze sprekende details (zoals fluiten op beukennootjes of een liefdevolle omhelzing in de auto) met schilderachtige tableaus, badend in zacht licht. Die zachtheid roept automatisch empathie op, zeker in combinatie met de subtiele, onschuldige en toch wijze vertolkingen van de zusjes Joséphine en Gabrielle als de jonge moeder en dochter.


Robert Redford in 'All is lost'
Nogmaals moeder en dochter in 'Petite maman'.

Tijdreizen als metafoor


Het is ook heerlijk toepasselijk dat Sciamma in Petite maman nooit twijfel schept over de waarachtigheid van Nelly’s ervaringen. Het maakt niet uit of de gebeurtenissen zich afspelen in haar fantasie en voortkomen uit haar verlangen om aansluiting te vinden bij haar mistroostige moeder, of dat ze ‘echt’ gebeuren. De vorm van de tijdreisfilm op zich is metafoor genoeg. Als je trouwens doortrekt dat tijdreizen de remedie is tegen nostalgie, zou de ontmoeting in Petite maman zich ook perfect kunnen afspelen in de fantasie van Marion, de moeder. Zij is het immers die verdwijnt, zij is het die het moeilijk heeft om het verleden en de dood van haar eigen moeder te verwerken.


Nelly en Marion krijgen allebei meer inzicht in elkaars binnenste op een manier die fundamenteel onmogelijk is in een ouder-kindrelatie.

Maar dat maakt dus eigenlijk niet uit. Tijdens de (70 minuten korte) looptijd van de film ga je gewoon mee in de realiteit, de vragen stel je jezelf later wel. In dat opzicht plaats je je als kijker op hetzelfde niveau als de kinderen, die de realiteit aanvaarden zoals die zich presenteert. Wanneer Nelly droogjes aan de jonge Marion vertelt dat die haar moeder is, is ook zij niet onder de indruk. Ze spelen nadien verder alsof er niets aan de hand is. Al geeft die mededeling wel aanleiding tot filosofische gesprekken, waarin Marion aan Nelly zegt dat “zij haar verdriet niet heeft uitgevonden”, een waarheid die ik zelf ook graag aan mijn dochter zou kunnen uitleggen. Ze krijgen allebei meer inzicht in elkaars binnenste op een manier die fundamenteel onmogelijk is in een ouder-kindrelatie.



De vrouwelijke blik


En toch is het waarschijnlijk niet omdat ik zelf een moeder ben en van tijdreizen hou, dat Petite maman zo sterk resoneert. Dat komt eerder doordat Céline Sciamma zo’n uitzonderlijke stem heeft. Zij wekt empathie en openbaart de vrouwelijke psyche als geen ander. De filmgeschiedenis is zo doordrongen van een mannelijke blik op de dingen, dat haar films automatisch opvallen. En reacties opwekken als: “Wie keek er in mijn hoofd?”. Maar die ervaring is dus niet uniek voor mij, integendeel.


Sciamma is natuurlijk een vrouwelijke filmmaker, die zogezegd vrouwelijke thema’s op een vrouwelijke manier verbeeldt. Vooral is ze een getalenteerd verhalenverteller en een buitengewone styliste die het heel treffende en specifieke naar het universele vertaalt. Ze toont dat een vrouwelijke stem óók universeel herkenbaar kan zijn, of het toch tenminste waard is om gehoord te worden. Vrouwen leven zich, door naar films te kijken, al een eeuw lang in de mannelijke psyche in. Sciamma toont dat het ook omgekeerd kan. De uitdaging is dan gewoon om met haar films ook de mensen te bereiken die zich niet tot de doelgroep ervan rekenen.


Dus alsjeblieft, ga Petite maman kijken, zelfs al ben je geen moeder / ouder / vrouw / tijdreiziger. Er zit zeker ook iets in voor jou. Wedden dat je straks net als ik La musique du futur neuriet zonder dat je er erg in hebt?



Petite maman is sinds 30 juni in de bioscoop te zien. Céline Sciamma’s oudere films Naissance des pieuvres, Tomboy, Bande des filles en Portrait de la jeune fille en feu bekijk je via Sooner of de lokale bib.


 

Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.


bottom of page