top of page

Hoe de ‘Scream’-franchise meermaals zijn tijd vooruit was

Bijgewerkt op: 30 apr. 2022

Nu de vijfde worp uit de Scream-franchise zowel de bioscoopkassa’s doet rinkelen als verrassend hoge ogen werpt bij critici, droomt regisseursduo Radio Silence al luidop van een zesde film uit de reeks. Hoog tijd om terug te blikken naar de vorige Scream-sequels, waarin bezieler Wes Craven meermaals thema’s aansneed die jaren later ook echt actueel bleken te zijn.


Neve Campbell en Courteney Cox in 'Scream' (2022)
Neve Campbell en Courteney Cox in 'Scream' (2022)

Toen de eerste Scream in de kerstvakantie van 1996 in de zalen kwam, was de huiverprent geen instant succes. Pas na enkele weken mond-tot-mondreclame bleken steeds meer jongeren wel pap te lusten van de mengeling van meta-horrorkritiek en coole tieners-die-spreken-als-twintigers. De productie van Scream 2 werd dan ook al opgestart terwijl de eerste Scream nog in de zalen liep. Het is een van de eerste films die kennis maakte met de donkere kanten van het internet. Tijdens de opnames lekte het volledige script online, inclusief de identiteit van de moordenaar – niet erg bevorderlijk voor wat eigenlijk een klassieke whodunnit is. “We moesten zelfs tijdens de opnames nog belangrijke plotwendingen zien uit te vogelen. Dat is het gevolg wanneer mensen je script verneuken”, zei Craven in de documentaire Still screaming.


Zo kreeg de uiteindelijke (nieuwe) moordenaar niet bijster veel schermtijd: Mickey (Timothy Olyphant) komt in de tweede helft van de film nauwelijks nog in het stuk voor, tot hij plots als een deus ex machina opduikt als het moordende booswicht. Daartegenover staat wel dat Craven zich aan de essentiële regels van een vervolg hield: meer doden, meer bloed, ingenieuzere death scenes en, in het geval van Scream: méér meta.

Mannelijke roofdieren en de casting couch


De Scream-films bleken meer dan eens hun tijd ver vooruit te zijn. In het origineel maken twee witte rijkeluiszoontjes uit de suburbs zonder (acceptabel) motief hun klasgenoten van kant. Twee jaar na de release gingen Dylan Klebold en Eric Harris, ook twee welgestelde witte jongens uit een voorstadje in Denver, zonder aanwijsbare reden aan het moorden in hun eigen Columbine High School. En in Scream 4, uit 2011, was Sidney’s nichtje Jill (Emma Roberts) zo belust op bekendheid en haar ‘moment in de schijnwerpers’ dat ze voor zichzelf een carrièrepad als moordenaar uitstippelde. Het plan: ermee wegkomen, zich voordoen als slachtoffer en zo eeuwige roem bereiken. Daarmee gaf Craven wel een erg vroeg beeld van wat we vandaag de dag kennen als de #Instafamous-cultuur: we zouden letterlijk álles doen voor nog meer vind-ik-leuks.



Beeld uit 'Scream 4'
Beeld uit 'Scream 4'

Scream 3 (2000), is al bij al een matig vervolg waarin de horror grotendeels plaats moest ruimen voor een Scooby-Doo-achtige mengeling van humor en mysterie – het script werd dan ook sterk herschreven na de moral panic die volgde op het Columbine-drama, waarbij gewelddadige films, muziek en computerspellen met de vinger werden gewezen. Maar belangrijker dan dat: vandaag lijkt het een #MeToo-film avant la lettre.


In wat de conclusie van een trilogie bleek te zijn, kwam aan het licht dat Sidney’s moeder ooit een carrière als actrice ambieerde, naar Hollywood trok en daar misbruikt werd door John Milton, een filmproducer zonder enige scrupules. ‘I was well-known for my parties. She knew what they were. It was for girls like her to meet men. Men who could get them parts if they made the right impression. Nothing happened to her that she didn’t invite in one way or another. No matter what she said afterwards', zegt dat vadsige personage, gespeeld door Lance Henriksen, in de film. Om dan in de aftiteling doodleuk te zien staan: ‘Executive producer: Harvey Weinstein’.


De eerste twee films draaiden om moordenaars die de filmindustrie de schuld gaven van hun daden, in de derde was Hollywood effectief de grote schuldige.

Harvey zelf had weinig met de Scream-franchise te maken, want genrefilms liet hij grotendeels over aan zijn broer Bob. Vandaag lijkt Scream 3 een waarschuwing voor wat komen zou in Hollywood: een schot voor de boeg voor de verhalen over seksuele misdrijven in de filmwereld, mannelijke roofdieren en de ‘casting couch’. Plotelementen in deze film blijken jaren later niet zo gek ver van de werkelijkheid te staan. De eerste twee films draaiden om moordenaars die de filmindustrie de schuld gaven van hun daden, in de derde was Hollywood effectief de grote schuldige.



Meta tot in het oneindige


Scream werd in de jaren die volgden tot in het oneindige gepersifleerd – niet vanzelfsprekend voor een film die in essentie zelf een persiflage op het horrorgenre is. Elke horrorfilm rond de eeuwwisseling moest vooral ironisch en ‘meta’ zijn, maar het niveau van de kopieën – denk maar aan I know what you did last summer en Urban legend – haalde zelden dat van het origineel. Het postmoderne kantje in horror werd wellicht definitief vermoord toen in 2000 Scary movie uitkwam – overigens de oorspronkelijke titel van Scream. Nochtans heeft de remake van de openingsscène – met Carmen Electra die even staat te twijfelen bij richtingbordjes met ‘Dood’ en ‘Veiligheid’ erop – wel een plek in de geschiedenisboeken verdiend.


Het postmoderne kantje in horror werd wellicht definitief vermoord toen in 2000 de film 'Scary movie' uitkwam – overigens de oorspronkelijke titel van 'Scream'.

Als we één van de vele vervolgvehikels op Scream moeten aanbevelen, doe dan maar het onderbelichte Cherry falls uit 2000. Deze film zet, net zoals Scream vier jaar eerder, de regels op z’n kop: hier heeft de moordenaar het niet gemunt op promiscue meisjes, maar net op maagden. De logische consequentie: wie seks heeft, blijft in leven. Dat levert grappige taferelen op, zoals het ‘pop-your-cherry’ feestje aan het einde, en vooral de sheriff die zijn eigen tienerdochter voorzichtig aanzet om toch maar zo snel mogelijk haar bloempje te laten plukken.



'Scream 5' speelt nu in de bioscoop.

 

Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.


bottom of page