top of page

Als elke kamer een gaskamer lijkt

Bijgewerkt op: 5 feb.

In The zone of interest creëert Jonathan Glazer afstand tussen hemzelf en het verschrikkelijk oorlogsverhaal dat hij brengt. Overschaduwen de artistieke keuzes om die afstand te scheppen niet de echte holocaust-horror?


Sandra Hüller in 'The zone of interest'
Sandra Hüller in 'The zone of interest'

Hoe maak je een film over iets dat je liever niet in beeld brengt? In het geval van Jonathan Glazers The zone of interest is dat door beeld en geluid als het ware van elkaar los te koppelen. De regisseur van Under her skin koos ervoor zichzelf achter de camera weg te halen, tien camera’s op te zetten in een huis dat voor tachtig procent van de film het decor vormt – statisch, zonder cameraman en zonder dat zijn acteurs wisten waar ze waren.


Surveillance, voyeurisme. Zo volgen we in The zone of interest het gezin van Rudolf Höss, de kampcommandant van Auschwitz Hiermee neemt de film meteen afstand van de gelijknamig boek waarop het is gebaseerd.


In Martin Amis’ roman wordt een gefictionaliseerde versie van Höss gebruikt, en het plot verschilt aanzienlijk. In de film volgen we het gezin in hun schrijnende burgerlijke geluk, met het concentratiekamp zichtbaar en vooral hoorbaar op de achtergrond. Er wordt gezwommen en getuinierd, steeds met een drone-achtige zweem van industriële geluiden, geschreeuw en geweerschoten (sound designer Johnnie Burn baseerde zich op een researchdocument van zeshonderd pagina’s).


Horror en huishouden


De personages zijn aan deze geluiden gewend of besluiten het te negeren. ‘s Nachts is er echter geen ontkomen aan de realiteit: de ramen kleuren oranje-rood van de gasovens. Aan de ene kant van de muur een huiselijk paradijs, aan de andere kant een genocidale hel. Ware het niet dat het om een historische tragedie gaat, zou je bijna denken dat het sprookjesachtig-allegorische er te dik bovenop ligt.


Kamers worden kwaadaardig, niet alleen door de statische registratie van de camera, maar ook omdat we aan het begin van de film meekrijgen hoe de gaskamers werden ontworpen.

Glazer en zijn cinematograaf Lukasz Zal maken gebruik van lege ruimtes, afgemeten lacunes waar de acteurs zich in bewegen. Kamers worden kwaadaardig, niet alleen door de statische registratie van de camera, maar ook omdat we aan het begin van de film meekrijgen hoe de gaskamers op diabolische, methodische wijze werden ontworpen. Vanaf dat moment kijk je de rest van de film anders naar alle vormen van ruimte: huiskamers, vierkante zwembaden, kassen, allemaal doen ze denken aan de ruimtes aan de andere kant van de muur.


‘Ik heb niet echt van het feestje genoten,’ zegt Höss tegen zijn vrouw. ‘Ik was constant aan het afvragen hoelang het zou duren voordat iedereen in de ruimte vergast zou zijn.’


Alle kamers in 'The zone of interest' zijn potentiële gaskamers
Alle kamers in 'The zone of interest' zijn potentiële gaskamers

(Weg)kijken is geen optie


Toch vraag je je af: als je als maker zo hard bezig bent iets niet in beeld te brengen, om de gruwelijkheden buiten de lens te houden, om voor een soort van niet-stijl te kiezen en alleen te registreren — waarom maak je dan de film? In alles waar Glazer niet voor kiest, zit alles waar hij wel voor kiest. Het zou onzinnig zijn te denken dat de afwezigheid van een zorgvuldige artistieke hand niet diezelfde zorgvuldige artistieke hand constant verraadt.


Als je als maker zo hard bezig bent iets niet in beeld te brengen, waarom maak je dan de film?

In een interview met The Daily Tiger, het festivalblaadje van IFFR, zegt Sandra Hüller dat ze haar personage – de vrouw van Höss – niets van haar menselijkheid wilde geven: ‘... veel ziel was er niet en ik weigerde haar iets van mijzelf te geven.’ Die opmerking zou je een-op-een kunnen gebruiken voor de cinematografische benadering van Glazer. Doet hij zo niet exact wat hij niet wilde doen: wegkijken, de gekozen vorm de overhand laten nemen?



Stijl boven inhoud?


De film is dan ook op zijn sterkst als we uitgebreid naar de statische shots kijken met op de achtergrond het ronduit briljante sonische gebroddel van Johnnie Burn. Een shot waarin we de schoonmoeder van Höss stil in een slaapkamer zien staan, het oranje-rood van de brandovens door het raam, het klinische witte licht van een overloop door melkglas en dan dat afschuwelijke knarsende geluid op de achtergrond — de dichotomie tussen het tragische en het huiselijke. Knap, maar wat moet je er uiteindelijk anders mee dan de gedachte te formuleren: wat absurd, wat afschuwelijk.


Misschien is het te moeilijk om een subtiele, uitgebalanceerde film over de Holocaust te maken. In het geval van The zone of interest lijkt het alsof Glazer juist het tegenovergestelde van zijn intentie heeft weten te bereiken — het gebrek aan stijl is de stijl geworden: je leest dan ook voornamelijk over de surveillance-opzet van de camera's, het sound design, de researchdocumenten van zeshonderd pagina’s.


Door zichzelf achter de camera te verwijderen en in de schaduw te zetten, lijkt het alsof hij zijn thema daarmee naartoe heeft genomen.



'The zone of interest' van Jonathan Glazer verschijnt 31 januari 2024 in de Belgische bioscopen. In Nederland verschijnt de film op 1 februari 2024.

 

Lees je onze interviews, recensies en artikels graag? Waarom ons niet steunen voor €5, €10, €25 of €50? Schrijf je hier in op onze wekelijkse nieuwsbrief.


bottom of page