De invloedrijke Franse filmmaker Robert Bresson (1901-1999) beoefende als geen ander de kunst van het weglaten. Un condamné à mort s’est échappé, over een ter dood veroordeelde verzetsstrijder, geldt als een van zijn meest toegankelijke films. Maakte het dan niet uit dat hij met de titel meteen de ontknoping verraadde?
Robert Bresson studeerde Grieks, Latijn, schilderkunst en filosofie, en werd sterk beïnvloed door de Deense theoloog Søren Kierkegaard. De Fransman stond erom bekend uitsluitend het strikt noodzakelijke te laten zien. In zijn radicale en ook volstrekt unieke oeuvre, dat op veertig jaar tijd slechts dertien films omspant – het meest bekend zijn Au hasard Balthazar en Pickpocket – hield hij halsstarrig vast aan zijn eigen principes.
De filmmaker wist zich te omringen met een aantal vertrouwelingen, werkte steevast met een beperkt budget en ging aan de slag met niet-professionele acteurs, die de opdracht kregen om zo weinig mogelijk emoties te tonen. Hij verwierp iedere vorm van opsmuk of sensatie en ging dwars tegen de regels in. Met zijn suggestieve cameravoering, waarbij de voornaamste handelingen buiten het kader lijken te spelen en beelden regelmatig vervangen worden door geluidseffecten, droeg Bresson bij tot het ontstaan van een nieuwe filmgrammatica.
Met zijn suggestieve cameravoering, waarbij de voornaamste handelingen buiten het kader lijken te spelen, droeg Bresson bij tot het ontstaan van een nieuwe filmgrammatica.
Bressons compromisloze en dwingende stijl – door Michael Clement zo mooi bestempeld als 'de poëzie van de precisie' – valt met die van weinig andere tijdgenoten te vergelijken. Als er dan toch één naam moet vallen, dan is het wel die van Carl Theodor Dreyer, de Deense regisseur van briljante films als La passion de Jeanne d’Arc (1928), Ordet (1955) en Gertrud (1964).
Raadselachtig
Un condamne à mort s’est échappé (ou Le vent soufflé où il vent) is geïnspireerd door de memoires van André Devigny, een tot de doodstraf veroordeelde verzetsstrijder die enkele uren voor zijn executie wist te ontsnappen uit zijn cel in Fort Montluc. Bresson reduceert het historisch kader tot een minimum en brengt de reconstructie van Devigny’s heroïsche vlucht naar de vrijheid in beeld als een welhaast enigmatisch en transcendentaal ritueel.
Dit soort 'escape from the nazi’s'-films waren in die periode een subgenre geworden. Minimalist avant la lettre Bresson, die tijdens de oorlog zelf gedurende zestien maanden werd vastgehouden, gaf daar echter zijn eigen draai aan. In Un condamne à mort s’est échappé verwerkt de Fransman zijn persoonlijke ervaringen tot een volmaakt sober meesterwerk.
Nagenoeg de hele film situeert zich in de sjofele cel van de moedige eenzaat – een kale, in duisternis gehulde microkosmos van waaruit de protagonist de omringende omgeving observeert.
Hoewel de titel de ontknoping reeds verraadt, gaat er toch een grote spanning uit van de meticuleus voorbereide operatie. François Leterrier, toen een filosofiestudent aan de Sorbonne, vertolkt een vastberaden luitenant die zich in alle rust een weg baant uit de versterkte burcht, waar bijna zevenduizend mannen het leven lieten.
Nagenoeg de hele film situeert zich in de sjofele cel van de moedige eenzaat – een kale, in duisternis gehulde microkosmos van waaruit de protagonist de omringende omgeving observeert en zijn slaagkansen inschat om zijn poging tot ontsnappen tot een goed einde te kunnen brengen. Geluid wordt aangewend om een bepaald gevoel van vrijheid te creëren, maar het is tegelijk ook onze grootste bron van informatie. Al kan ook de gevangenis zelf gezien worden als een soort metafoor.
In The cinematic muse: critical studies in the history of French cinema noemt Alan Thither Un condamné à mort s’est échappé een film over 'de onbelemmerde relatie tussen het particuliere en het absolute'. Adrian Martin beschrijft deze op zijn beurt als 'een fascinerende allegorie op het menselijk lijden en het streven naar vrijheid'.
Extreem ascetisch
Bresson verklaarde ooit dat een op zichzelf staand shot niets zegt en het alleen in relatie tot andere beelden een bijzondere betekenis krijgt. Met Un condamne à mort s’est échappé bereikte zijn extreem ascetische stijl een commercieel plafond.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw begon de Franse cineast met kleur te experimenteren, maar hij kreeg het tegelijk steeds moeilijker om zijn films te financieren. Op zijn 83ste draaide de maker van het grandioze Pickpocket (1959) nog een laatste grote film: de nihilistische misdaadfilm L’ argent, losjes gebaseerd op een novelle van Tolstoj.
'Un condamne à mort s’est échappé' staat geprogrammeerd in Cinematek, op 10 april 2022 om 19u en op 14 april om 15u. Alle info: www.cinematek.be
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.
Kommentare